29 april 2011

Lijst herkomst inwijkelingen voor 1914

In de uit-den-oorlog-geredde boeken van de secretarie heeft dhr Duponselle opgezocht waar vandaan de bevolking van voor 1914 meest naar Sint-Joris is gekomen. Het gold natuurlijk vooral ingehuwden of enkele werklieden of een pachter die hier hun bestaan kwamen zoeken.

Hieruit leiden we af dat op de 335 inwoners er 190 personen zijn die te Sint-Joris zijn geboren en dat de anderen uit 41 verschillende gemeenten komen, op een paar na alle binnen een omtrek van ong. 18 km.

Wilskerke 2
Leffinge 1
Westende 8
Lombardsijde 3
Nieuwpoort 14
Mannekensvere 9
Oostduinkerke 15
Ramskapelle 12
Wulpen 5
Booitshoeke 1
Slijpe 2
Gistel 1
Schore 1
Zevekote 3
Zande 2
Leke 4
Koekelare 6
Bekegem 1
Eernegem 8
Ichtegem 1
Adinkerke 1
Moere 4
Avekapelle 1
Pervijze 14
Stuivekenskerke 3
Eggewaartskapelle 1
Lampernisse 4
Sint-Rijkers 1
Keiem 4
Beerst 1
Vladslo 1
Kaaskerke 1
Kortemark 2
Koolskamp 2
Beveren-aan-Ijzer 1
Reninge 1
Klerken 1
Bikschote 3
Geluwe 1
Antwerpen 1
Neerlinter 1

Van die 15 personen uit Oostduinkerke, waren er al 14 personen van het gezin Victor Loones (hijzelf, zijn echtgenote Justine Torreele en hun 12 kinderen, die nog met 5 kinderen zou uitbreiden)

De herbevolking vanaf 1918 (tot en met 1936)

Toen een maal de oorlogsgruwel voorbij was, konden reeds in oktober 1919, 22 personen die hier voor 1914 woonden, de toelating verkijgen om zich opnieuw in hun gemeente te komen huisvesten, terwijl het volgende jaar reeds hun aantal werd verhoogd met 55, waaronder ditmaal 14 vreemdelingen of 1/4 van de bevolking.

Bij die eerste families die terugkwamen, behoorden de families Theunynck en de Verbrugges.

Van 1920 tot en met 1925 groeide het aantal inwoners met 165 hoofden, hetzij tesamen 242 in 1925.

Voor het jaar 1936 bedroeg de bevolking 324 personen, verdeeld over 74 gezinnen of 4,38 per gezin. Wat dus, vergeleken met de cijfers van 1914 een daling van 2,02 per gezin betekende.

Daaronder bevonden zich :

■29 gezinnen van arbeideres met 125 zielen, of 4,3 per gezin
■17 gezinnen van boeren met 90 zielen of 5,2 per gezin
■17 gezinnen van boertjes met 68 zielen, of 4 per gezin
■8 gezinnen van renteniers met 26 zielen,of 3,2 per gezin
■3 gezinnen van handelaars met 15 zielen of 5 per gezin

Van de oude Sint-Jorisnaars die hier geboren waren voor 1914 waren er slechts 38 teruggekeerd, waaronder mijn grootvader Aimé Loones.

Er werden 85 jonge Sint-Jorisnaars geboren tussen 1914 en 1936. Daaronder tellen wij :

■Kinderen van oude Sint-Jorisnaren, die hier werden geboren : 38
■Kinderen van niet Sint-Jorisnaren die hier echter voor 1914 woonden : 5
■Kinderen van vreemden die hier na 1918 kwamen wonen : 41

De bevolking in 1914

In 1914 bedroeg het zielenaantal in St.-Joris-aan-den-IJzer 335, verdeeld over 52 gezinnen, wat dus het hoge gemiddelde cijfer van 6,4 per gezin betekende.

Daaronder waren :

■29 gezinnen van arbeiders en ambachtslieden met 176 zielen of 5,4 per gezin
■15 gezinnen van boeren (met meer dan 1 paard) met 107 zielen of 7 per gezin
■4 gezinnen van boertjes met 32 zielen of 8 per gezin
■3 gezinnen van renteniers met 17 zielen of 5,7 per gezin
■2 gezinnen van handelaars met 12 zielen of 6 per gezin
Tot de eerste groep behoorden : een kleermaker, een smid, een metselaar, een timmerman, een molenaar, een mandemaker en een schoenmaker.

Sinds de oorlog, omdat ze blijkbaar geen bestaan meer hadden en het verkeer naar naburige plaatsen veel was vergemakkelijkt, zijn deze ambachtslieden weggebleven en werden tot heden niet meer vervangen.